Al vaker besteedde de webblog De Nieuwe Bedrijfsarts aandacht aan het lopende initiatief Zin in Werk.
Al ruim een jaar lang staat elke zaterdag een portret van 'een werker' in de bijlage van het dagblad. Een initiatief van de journalist Peter Henk Steenhuis en fotograaf Marcel Prins. Een absoluet must voor elke bedrijfsarts. 'De zaak', lees het werk wordt eens heel anders aangevlogen en lverte prachtige inkijkjes op.
In dit kader stond er vorige week ook een heel aardig interview met Ren Gude in - over het zin maken in werken: Gude heeft een verfrissende kijk daarop. Lees daarom het gehele interview hieronder
bron: Trouw 18 nov 2013 - Interview: Peter Henk Steenhuis
Zin moet je maken
Door: Peter Henk Steenhuis − 18/11/13, 20:00
Interview 'Ik maak zin door te
werken," zegt René Gude, Denker des Vaderlands en een van de sprekers op
het evenement 'Zin in werk' op 23 november in Utrecht. "Het beste bewijs
daarvoor is dat als ik 's ochtends geen zin heb om te werken, maar er mij met
grote tegenzin toch toe aanzet, ik 's avonds vaak wel tevreden ben over mezelf.
Ik prijs me dan ook gelukkig, dat ik geen vorm van tumor heb die mij het
werken onmogelijk maakt. Mijn botkanker kostte mij een been, maar dat betekent
niet dat ik als hoofdwerker geen standpunten meer zou kunnen innemen. Ik heb
vanwege mijn ziekte tal van operaties ondergaan, maar terwijl ik in het
ziekenhuis lag bij te komen van de operaties was ik alweer aan het
bellen."
Dat is nogal activistisch: zin door werk. En
eenzijdig.
"Andere perspectieven zijn zeer wel mogelijk, maar ik beperk me tot deze
opvatting. Ik zie de zin van het leven als een bijproduct van ieders
activiteiten. Ik neem 'zingeving' volkomen letterlijk. Er is niet een
voorgegeven zin van dit alles. Mensen maken - met wisselend succes - zin,
betekenis en doel in de wereld. Om met Gummbah te spreken: als het leven geen
zin heeft, dan maakt het maar zin."
Hoe doe je dat, zingeven of zinmaken?
"We maken 'zin' in maar vier verschillende sferen. De eerste is de
privésfeer met vrienden, familie en het gezin, waar belangeloosheid centraal
staat. Dan de werksfeer, waarin via een contract de prestaties en beloning
zakelijk geregeld zijn. De derde is de maatschappelijke sfeer, waar je
vrijwillig projecten kunt starten met mensen en voor mensen die je helemaal
niet kent. En ten slotte is er nog de politieke sfeer, waarin je zo actief kunt
worden als je zelf wilt.
Het kost soms moeite die sferen scherp van elkaar te onderscheiden, want in
Nederland beweegt iedere burger zich vrijelijk van de ene naar de andere. Voor
lezers van deze krant is het volstrekt helder dat de burger een profane
viereenheid is: een werkend privépersoon met maatschappelijke
verantwoordelijkheid en politiek besef. Als je erin slaagt zin te houden in
deze vier 'lagere sferen' ben je een heel eind denk ik."
Moeten we deze 'lagere sferen' nu van elkaar
gescheiden houden?
"Nee, dat kan niet en het hoeft niet, maar het is nuttig om ze te
onderscheiden. Daar kun je een hoop standaard misverstanden mee voorkomen. In
iedere sfeer gelden andere regels en als je die door elkaar laat lopen,
ontstaan er voorspelbare fricties.
Je kunt heel goed trouwen met een collega, maar het verandert de situatie thuis
en op het werk wel. Politici mogen mensen best oproepen te participeren in
ouderenzorg, maar het blijft gek, want vrijwilligerswerk kunnen ze uiteindelijk
niet afdwingen met wettelijke middelen. Vrijwilligers in een zakelijke
werksfeer voelen zich een vreemde eend in de bijt, en hun 'werkgevers' kunnen
niet met de vuist op tafel slaan. Hoe alledaags is het niet dat iemand het werk
zo belangrijk laat worden, dat huisgenoten en vrienden erbij inschieten? Of dat
iemand zo politiek wordt dat hij of zij voor anderen op verjaarspartijtjes niet
meer te pruimen is. Een dergelijke eenzijdigheid kan wel even, in een bepaalde
levensfase kun je haast niet anders, maar op den duur zullen er
zingevingsproblemen ontstaan.
Achter de vraag 'Is dit alles?' gaan altijd verwaarloosde levensgebieden
schuil. Als je al je zinnen hebt gezet op je werk, dan kun je maar beter niet
met pensioen gaan of nog erger: overcompleet raken."
Achter de vraag
'Is dit alles?' schuilt altijd verwaarloosd levensgebied"
Moet dat allemaal en/en zijn?
"Nou ... en/of kan ook. Het is de flow die ontstaat als al je vermogens -
je lustgevoelens, je zintuigen, je verstand en je wil - geactiveerd worden.
Liefst in ondernemingen met anderen, want alleen is maar alleen. Het zijn de
grote drie, het Schone (zintuigen), het Ware (verstand) en het Goede (de wil),
maar ik zou er het Lustvolle toch graag uitdrukkelijk aan toevoegen. Het
'lekkere', zo je wilt."
En hoe gaat dat dan op het werk? Met dat Lustvolle
moet je toch een beetje uitkijken, lijkt me?
"Ja, zo vrij als je in de privésfeer bent, kun je op je werk niet worden.
Familieleden frutten aan elkaar, zoenen elkaar, eten met elkaar, je loopt in je
nakie naar de douche. Het gezin is een zinnelijke bende. Op je werk zijn dat al
gauw ongewenste intimiteiten."
Collega's kunnen elkaar ook zoenen, met elkaar uit
eten gaan.
"Zinnelijkheid op het werk blijft riskant, je kunt er je lusten minder
uitbundig uitleven dan thuis, maar als je het helemaal niet toelaat wordt het
ook onaangenaam. "
En het Schone, de esthetiek? Pleit u voor meer kunst
op het werk? Rutger Kopland zei eens dat wanneer zo'n zintuiglijke esthetische
ervaring zich van je meester maakt, je het gevoel krijgt: 'Zo is het', als een
sleutel die in een slot valt.
"Dat vind ik prachtig, wat je ziet, hoort, ruikt, is belangrijk voor ons
gevoel van betekenisgeving, zingeving. Dergelijke ervaringen gun je iedereen op
z'n werk.
Het is ook niet ongebruikelijk dat werkgevers daar aandacht aan besteden. Een
mooi voorbeeld vind ik het Rockefeller Center in New York. Een gebouw voor
werkende mensen, onvoorstelbaar mooi gemaakt met afbeeldingen en sculpturen van
werkende mensen. Zo'n heerlijk gebouw dat ik er met liefde iedere dag de post
zou rondbrengen.
Maar je ziet het belang van de esthetiek ook aan de Nederlandse
industrieterreinen. Je kunt over veel zeuren, maar die zijn in dertig jaar van
'onbeschrijfelijk treurig' in 'zeer fraai' veranderd.
Daar hebben we blijkbaar heel veel voor over."
En de waarheid, de verstandelijke betekenisgeving?
"Niemand houdt van dom werk, behalve soms even voor de afwisseling. Zelfs
bij het eenvoudigste werk is het prettig om de betekenis ervan te begrijpen.
Dat maakt het mogelijk om jezelf in een werkoverleg te laten horen en een
veelzeggend antwoord te geven op de eeuwige vraag: 'Wat doe jij?'
Daar een adequaat antwoord op kunnen geven is belangrijk. Niet te veel
overdrijven, maar je betekenis vooral ook niet onderwaarderen.
Het is iets om te oefenen en als het je echt niet lukt om de betekenis van je
werk tot uitdrukking te brengen, dan is dat meestal een teken dat je zonder het
te weten al op zoek bent naar een ander baantje."
Kun je niet
zeggen wat de zin van je werk is? Dan moet je op zoek naar een andere
baan"
Ten slotte het Goede ...
"Ja, dat is een extra dimensie. Je kunt precies begrijpen wat je doet en
de betekenis van je werk aangeven, maar het volstrekt oneens zijn met de
doelstellingen van je onderneming. Als je daaraan gewend raakt als medewerker,
dan zou er eigenlijk iets moeten gaan wringen op zingevingsgebied.
De socioloog Karl Mannheim noemde dat 'functioneel rationaliseren': steengoed
zijn in het bereiken van doelen waar je zelf nooit over nagedacht hebt. Hij
pleitte voor 'substantiële rationalisering': steengoed zijn in het bereiken van
doelen waar je wel over nagedacht hebt en volledig achter staat."
In tijden van crisis is het stellen van dergelijke
eisen misschien een te grote luxe.
"Toch blijft het iets om naar te streven. Soms kunnen medewerkers
voldoende invloed ontwikkelen op de doelstellingen van hun werkgever.
Medewerkers van Nutricia hebben zich verzet tegen genetisch gemodificeerde
groente in babyvoeding, omdat ze het dan niet meer aan hun eigen kinderen
wilden geven.
Werk is een interessant terrein om aan zinvolle doelen te werken. Als een
werkgever daar geen aandacht voor heeft, dan is hij volgens Marx een nare
kapitalist die de arbeider vervreemdt van zijn eindproduct."
We hebben nu vier vormen van zingeving, het Schone,
het Ware, het Goede en het Lustvolle. Wat moeten we daarmee?
"Ze uit je hoofd leren en als de donder zorgen dat ze allemaal in je werk
tot hun recht komen. Het mag een paar jaar kosten, het mag je hele leven duren,
maar je weet wat je te doen staat.
Het is allemaal gebaseerd op de vermogens die je hebt. Je hebt niks anders om
een eigen zinvolle werkelijkheid mee vorm te geven. Iedereen heeft begeerten,
doet waarnemingen, vormt begrippen en heeft doelstellingen."
Goed, de vermogens zijn helder, maar in het gebruik
ervan kan een hoop misgaan.
"Ja. In de eerste plaats omdat wij zelf onze lusten niet goed beheersen,
niet uit onze doppen kijken, er maar wat op los kletsen en niet steeds van
goede wil zijn. Dat vergt al wat oefening, bijvoorbeeld op het sportveld, in
het museum, aan de academie en in een of andere tempel.
En in de tweede plaats hebben collega's en klanten ook zo hun begeertes, eigen
ervaringen, eigen wijsheid en doelstellingen. Dat moet wel met grote regelmaat
botsen."
Een hopeloze situatie.
"Dat denk ik niet. De effecten van onze activiteiten zijn veelvormig,
verrassend en zelden goed te voorspellen. Maar de grondmotieven delen we.
Wij mensen lijken zo op elkaar doordat we geboren worden met min of meer
dezelfde vermogens. We worden zelf iemand door het gebruik dat we van deze
vermogens maken, de manier waarop we ermee aan het werk gaan. Aanleg en
talenten zijn min of meer algemeen, het gebruik ervan volstrekt individueel.
In dat individuele zit het werk dat jíj gaat doen, het gezin dat jíj gaat
stichten, de maatschappelijke verantwoordelijkheid die jíj op je neemt, en de
politieke interesse die jíj aan de dag weet te leggen.
Samenwerking is alleen mogelijk als je in anderen kunt herkennen wat die
persoon vermag, als je dezelfde vertrekpunten hebt. Samenwerking is pas
interessant als alle betrokkenen iets anders met hun vermogens doen."
Klinkt bedrieglijk eenvoudig.
"Ik zeg: het is ongelofelijk moeilijk om een zinvol leven vorm te geven,
maar het is niet oneindig gecompliceerd. Als je werk prettig aanvoelt, alles er
aardig uitziet, je begrijpt waar het over gaat en je de doelstelling
onderschrijft, dan ben je een heel eind. Daarvoor hoef je alleen maar je
vermogens te ontwikkelen.
Verder moet je er nog even voor zorgen dat, buiten de werksfeer, je privéleven
lekker loopt, je je maatschappelijke verantwoordelijkheid niet verwaarloost en
je politieke interesse niet verslapt. Daarvoor hoef je alleen maar de
verschillende sferen waarin je rondloopt te kunnen onderscheiden, dus dat is
niet zo ingewikkeld. Als je nou ten slotte de mensen om je heen, je klega's, je
familie en de rest van de mensheid niet in de weg zit om hetzelfde te bereiken,
dan kan de zin van het leven je niet meer ontgaan."
Zin in Werk-week
Zaterdag begon de Utrechtse Zin in Werk-week, een
initiatief van de makers van de Trouwrubriek 'Zin in werk', dagblad Trouw, en
de jongerenorganisaties DeBroekriem, Young Ambition, TBYGTJ! en NLworkXX.
In deze week zijn er innovatieve workshops,
inspirerende sprekers en netwerkborrels voor jongeren om hun kansen te
vergroten op de arbeidsmarkt. De Zin in Werk-week vindt plaats van 16 t/m 23
november. Op de website www.zininwerkweek.nl is het hele programma te vinden.
Op 23 november wordt de week afgesloten met de grote
Zin in werk-manifestatie, voor iedereen, jong, middel, én oud, met zin in
(ander) werk.
Zie www.zininwerk.info